redactie | woensdag 13 oktober 2021
Binnenvaart, Baggeren, Waterbouw en infrastructuur
In aanloop naar de krib- en oeververlaging in het Pannerdensch Kanaal heeft Rijkswaterstaat zorgvuldig gezocht naar ontplofbare oorlogsresten. In het gebied rond het kanaal is in de Tweede Wereldoorlog immers flink gevochten. RWS heeft de niet-gesprongen explosieven overgedragen aan de Explosieven Opruimingsdienst van Defensie (EOD).
in het projectgebied Krib- en oeververlaging Pannerdensch Kanaal zijn negen niet-gesprongen explosieven gevonden. Rijkswaterstaat verwachtte al de nodige oorlogsresten aan te treffen in dit gebied. Met name in de nadagen van WOII is hier flink gevochten tussen Duitse soldaten en de geallieerden.
Voor elk project waarvoor gegraven moet worden, brengt RWS vooraf in kaart of er mogelijk niet-gesprongen explosieven in de grond zitten. Is het risico op dergelijke ontplofbare oorlogsresten groot, dan vindt grondonderzoek plaats door een gespecialiseerd opsporingsbedrijf dat de oorlogsresten detecteert, benadert en veiligstelt. Dat is voor project Krib- en oeververlaging Pannerdensch Kanaal ook gebeurd. Op die manier zorgt RWS ervoor dat de werkzaamheden straks veilig kunnen worden uitgevoerd.
De negen ontplofbare oorlogsresten, waaronder bommen en granaten, zijn overgedragen aan de EOD, die deze op korte termijn tot ontploffing brengt. De eigenaar van de grond waar deze oorlogsresten zich bevinden, is hiervan inmiddels op de hoogte gesteld.