redactie | maandag 1 november 2021
Marine, Maritieme Cluster
De vervanging van de vier Walrusklasse-onderzeeboten duurt langer dan verwacht. De gesprekken met kandidaat-werven gaan minder snel dan gehoopt en leveren nog niet de gewenste informatie op. Hierdoor treedt een verschuiving op in de planning. Dat schrijft minister Henk Kamp (Defensie) aan de Kamer.
Uit de gesprekken met de drie kandidaat-werven (Saab Kockums/Damen Naval, ThyssenKrupp Marine Systems en Naval Group) is minder informatie en minder diepgang naar voren gekomen dan het ministerie van Defensie van tevoren had ingeschat. Dit komt onder meer omdat de vraag van Defensie verder ging dan de werven gewend zijn in deze gespreksfase. De ontwerpen konden nog niet worden geoptimaliseerd en Defensie had ook zelf meer tijd nodig om de gekregen informatie te analyseren.
Een tweede dialoogronde met de kandidaat-werven had in september moeten beginnen, maar is uitgesteld tot december. Deze ronde wordt gebruikt om de concepten verder te bekijken en of ze aan de door Defensie gestelde eisen voldoen.
Een contractondertekening was voorzien voor eind 2022, maar dat is onhaalbaar. Hoeveel extra tijd nodig is, staat nog niet vast. Duidelijk is al wel dat de planning substantieel moet worden aangepast.
De vervanging van de onderzeeboten is de komende jaren het grootste materieelproject van Defensie. De huidige onderzeeboten zijn al sinds de jaren negentig in gebruik. De bedoeling was ze vanaf 2028 te vervangen. Eind 2031 zou de Walrusklasse worden uitgefaseerd.
Defensie houdt het programma tegen het licht om er lering uit te trekken voor andere materieelprojecten. Ook wordt gekeken hoe kennis en capaciteit het best kunnen worden ingezet om het vervolg van het programma beter te laten verlopen.
Intussen bekijkt een werkgroep van defensie hoe de huidige onderzeeboten langer in gebruik kunnen blijven met oog voor de financiële en operationele risico’s. Pas in het voorjaar van 2022 zal de minister de Kamer hierover verder informeren.
Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) betreurt het uitstel door Kamp. "Dit brengt hogere kosten met zich mee", zegt NIDV-voorzitter Angelien Eijsink in het Financieele Dagblad. "Nu moet Defensie de vier boten in de Walrusklasse langer in de vaart te houden. Dat kost geld, geld dat beter in de nieuwe onderzeeboten kon worden gestoken."
Marnix Krikke, directeur Innovatie bij Netherlands Maritime Technology vindt dat Defensie te veel de nadruk legt op de drie buitenlandse gegadigden. "Defensie miskent nu onze expertise", zegt Krikke in het FD. "De sector ondervindt moeite om zijn hoogwaardige kennis en kunde in te brengen, niet alleen tijdens de bouw, maar tijdens de hele levensduur van het materieel. Nu zijn er enkel vage toezeggingen, maar geen garanties voor deelname van de Nederlandse industrie."