‘We bevinden ons op een kantelpunt’ | Maritiem Nederland
Techniek&Innovatie
TCP downline aan boord van de ‘Seven Viking’ van Subsea 7.

AOG-directeur Martin van Onna over composiet in de offshore:


‘We bevinden ons op een kantelpunt’

Paul Steenhoff | dinsdag 8 november 2016
Offshore, Toeleveranciers

Airborne Oil & Gas (AOG) in IJmuiden maakt olie- en gasleidingen voor de offshore industrie. Tot zover niets bijzonders, ware het niet dat AOG deze leidingen maakt van thermoplastische composieten en niet van het gebruikelijke massieve staal of flexibel staal. Na vele jaren van overtuigen en testen - heel veel testen - lijkt een doorbraak nakende.

Ons eerste interview met Airborne Oil & Gas stamt uit 2012. Nu, ruim vier jaar later, rijden we niet meer naar de oude Fokkerfabrieken in Ypenburg, maar parkeren we aan de Monnickendamkade in IJmuiden, aan een zeehaven, de IJmondhaven. In 2012 was de commercieel directeur Martin van Onna hoofdzakelijk bezig met het testen van de composiet buizen. De drukken bij het testen liepen inwendig op tot bijna 3.000 bar, uitwendig tot bijna 1.000 bar.

Maar de tijden van dag in dag uit testen zijn voorbij. Niet dat de offshore het product al helemaal heeft omarmd en alle toepassingen gebruikt, maar er is in december 2015 door het klassebureau DNV-GL een zogenoemde ‘recommended practice DNVGL-RP-F119 Thermoplastic Composite Pipes’ afgegeven waarmee voor elke gewenste composiet buis het ontwerp, de productiemethode, de testmethoden én de veiligheidsfactoren zwart op wit staan. Van Onna laat mij een pdf van ruim 140 bladzijden zien. “Dat is hem”, zegt hij nuchter. 

Wereldwijde standaard

Dat de richtlijn is geaccepteerd en verheven tot wereldwijde standaard voor composiet buizen, scheelt AOG veel tijd en geld. Van Onna: “Nu hoeven we niet voor elke klant opnieuw het bewijs te overleggen dat onze producten bestand zijn tegen de omstandigheden waarmee zij met ons product willen werken. Vergeet niet dat zo’n testproces gemiddeld een jaar duurt. Een jaar voor óns risico, want als de klant niet of enigszins ontevreden was over de behaalde resultaten, had hij natuurlijk geen afnameverplichting. Die horde hebben we nu gelukkig genomen.” Maar er is meer goed nieuws voor AOG; Shell en Chevron hebben zoveel vertrouwen in AOG en hun producten gekregen, dat zij in 2014 en 2015 zijn ingestapt als minderheidsaandeelhouder in het bedrijf. 

Positief effect

Natuurlijk heeft de crisis - downturn in offshore taal - ook AOG geraakt. “Absoluut”, zegt Van Onna. “Verleden jaar hebben we helaas zelfs mensen moeten laten gaan omdat de offshore markt compleet stil viel. Maar aan de andere kant heeft het voor ons ook een positief effect teweeggebracht. Oliemaatschappijen moeten om kosten te besparen op zoek gaan naar innovatieve productiemethoden; produceren op dezelfde manier als de afgelopen jaren zal de kosten niet voldoende reduceren. In sommige gevallen bespaart de toepassing van onze flexibele buis tot wel 60 procent ten opzichte van staal. Bijvoorbeeld bij het aansluiten van een flowline op een put. Je moet bij staal onder water het verschil tussen eindstuk van de flowline en de put inmeten, waarna op de wal een stalen constructie wordt gemaakt die vervolgens naar de bron wordt gevaren, daar afgezonken en bevestigd. Al die tijd is die dure pijpenlegger werkloos. Aangezien ons product flexibel is, maakt het niet uit of het pijpeind 30 of 45 meter van de aansluitplaats ligt. Het is gewoon een kwestie van afzagen, eindterminaties aanbrengen, verslepen en klaar. Het ter plekke termineren van de composiet buis kan in twee uur gepiept zijn en is dus een hele grote besparing. Deze focus op kosten heeft mede geleid tot grotere acceptatie van nieuwe technologie. Op deze manier heeft de downturn ons in de kaart gespeeld.”

'Ik verwacht dat de offshore binnen twee jaar overgaat op het gebruik van composiet risers'

Heilige graal

Wat ook helpt AOG beter in het zadel te krijgen, is dat in de loop van de jaren een groot trackrecord is opgebouwd. Van Onna: “Alle producten zijn wel ergens ter wereld in gebruik genomen en getest. Zodoende hebben we een groot trackrecord dat we aan geïnteresseerden kunnen tonen. Downlines, jumpers en flowlines hebben we eigenlijk overal ter wereld al liggen. Dat vormt de opstap naar de voor ons heilige graal van de offshore: het leveren van een composiet riser. De industrie is dermate conservatief dat men dit nog steeds niet aandurft. Hier zien we het tweede positieve effect van de downturn: we hebben nu al meerdere serieuze aanvragen voor riser-ontwerpen ontvangen en zien daarmee dat de oliemaatschappijen nu zeer serieus naar composiet risers kijken voor hun toekomstige ontwikkelingen in ultradiep water.”

Nu de downturn in de offshore aanhoudt, kijken steeds meer oliemaatschappijen naar Total Cost of Installation en Total Cost of Ownership. Een composiet riser leidt volgens Van Onna tot een gewichtsreductie van ongeveer 60 procent waardoor kleinere en dus goedkopere schepen hetzelfde werk kunnen doen.

Nog een voordeel van composiet is dat er geen onderhoud en service hoeft plaats te vinden wat betreft roestvorming. “Van flowlines verkopen we nu reeds de eerste kilometers. We weten dat er een markt is van meer dan 1.400 kilometer per jaar”, zegt Van Onna die mij een trapsgewijs opgebouwde grafiek laat zien waarin risers wél de top vormen maar niet de bulk vertegenwoordigen. “Ik verwacht dat de offshore binnen twee jaar overgaat op het gebruik van composiet risers. Wat dat betreft bevinden we ons nu op een kantelpunt waarvan ik zeker weet dat de offshore composiet gaat omarmen. Wij zijn er in ieder geval helemaal klaar voor. We hebben nu al drie productielijnen draaien en op deze locatie in IJmuiden is voldoende ruimte om nog een keer een dergelijke fabriek neer te zetten. Laten we het zo zeggen: we hoeven alleen nog maar te tekenen en het bouwen kan beginnen.”

Concurrentie

Om klaar te zijn voor de verwachte groei, heeft AOG in Houston en in Kuala Lumpur een kantoor geopend. Van Onna: “Daar zijn commerciële en technische mensen gestationeerd die onze klanten niet alleen met raad maar ook met daad kunnen helpen.”

Natuurlijk is er inmiddels ook concurrentie ontstaan: Magma Global in Engeland en GE Wellstream in Groot-Brittannië. Echt bang wordt Van Onna er niet van. “Wij zijn al zolang bezig met dit product, hebben een imposant trackrecord en ondervinden steun van vrijwel alle oliemaatschappijen. Dat poets je niet zomaar weg.”

Meer over Airborne Oil & Gas:

Partners Maritiem Nederland