Lennart Kik | maandag 15 maart 2021
Baggeren
Op 25 en 26 januari vond in Nederland de Climate Adaptation Summit 2021 plaats. Vele internationale regeringsleiders betraden het (virtuele) podium om hun zorgen over klimaatadaptatie te delen. “Heel indrukwekkend”, vindt Niels de Bruijn, Director Dredging bij Van Oord. “Dat geldt ook voor de actieagenda die is opgesteld. Het is het begin van een reis, het eerste stapje op een lange weg. Maar wij zouden nú actie willen zien. Het is tijd dat er projecten op de markt komen.” Ook Van Oord verwacht zijn ‘fair share’ binnen deze nieuwe markt te verwerven.
Voorafgaand aan CAS 2021 werkte Van Oord nauw samen met het Global Centre on Adaptation (GCA) en met CEO Patrick Verkooijen van dit VN-agentschap in het bijzonder. Tijdens de summit presenteerde Van Oord de Climate Risk Overview, een online tool die wereldwijd de risico’s van kustgebieden in kaart brengt. De tool brengt data over bevolkingscijfers, overstromingsrisico, laaggelegen gebieden, kusterosie en ecologie visueel in kaart. Bijna alle gegevens zijn afkomstig van openbare bronnen en ingedeeld in stukken kustlijn van telkens 10 km lang. Binnen de tool kun je inzoomen op ‘hotspots’ naar keuze. Iedereen kan de tool gebruiken en informatie over bedreigde kustgebieden vergaren, opslaan en delen.
Verkooijen, die eerder directeur van de Wereldbank was, hamert sinds jaar en dag op het belang van klimaatadaptatie naast het tegengaan van klimaatverandering. CO2-uitstoot verminderen – mitigatie – is één ding, maar je voorbereiden op de extremere omstandigheden die zich nu overal al manifesteren – adaptatie – is net zo goed cruciaal. De Climate Risk Overview van Van Oord speelt volgens Verkooijen een grote rol bij het verbreden van het inzicht in klimaatrisico's én de kansen. “De tool is een voorbeeld van de waardevolle rol die de particuliere sector hierbij speelt.”
Als Director Dredging is De Bruijn op dit moment verantwoordelijk voor het verwerven van waterbouwprojecten in het Oostelijk deel van de wereld, van Egypte tot Nieuw Zeeland. Na zijn studie Civiele Techniek werkte hij aan een groot aantal waterbouwprojecten in diverse werelddelen. Ervaring in Dubai, Indonesië, Bangladesh en andere Aziatische landen heeft hij uit de eerste hand.
– Klimaatadaptatie was lange tijd een ondergeschoven kindje bij de Verenigde Naties en het IMF. CAS 2021 brengt daar verandering in.
De Bruijn: “Het was altijd milieuvervuiling en het terugdringen van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer wat de meeste aandacht had. Zelfs in de meest optimistische scenario’s gaat het nog heel lang duren voor we dat onder controle hebben. Je kan immers niet van de ene op de andere dag overschakelen op windenergie of LNG. We zullen dus helaas nog een lange tijd doorgaan met het vervuilen van de lucht en het water. Je kan dan alles op alles zetten om daar morgen een eind aan te maken. Maar je kan ook zeggen: in de tussentijd vinden allerlei klimaatveranderingen plaats. De zeespiegel stijgt, er zijn meer extreme weersituaties, er ontstaat meer droogte. Het gevolg is dat de mensen die bij de kust wonen steeds meer in gevaar komen. Nederland is een van de landen die het beste bestand zijn tegen klimaatverandering. Weet je waarom? Omdat we hier een aantal grote rampen hebben gehad. De Watersnoodramp in 1953 heeft duizenden mensenlevens geëist. Maar ook de Afsluitdijk is er alleen maar gekomen doordat er in 1916 een grote overstroming plaatsvond in het Zuiderzeegebied, waar duizenden mensen hun huis kwijtraakten en de economische schade enorm was. Daarom hebben wij geleerd ons te beschermen tegen hoogwater. In heel veel delen van de wereld is dat niet zo. Daar zijn mensen ‘exposed’. Al zorg je voor een beter leefklimaat met schone lucht en minder uitstoot, dan nog is er een grote kans dat ze door overstromingen hun bezittingen kwijtraken of verdrinken. We denken dat er voor die dreiging ook aandacht moet zijn.”
De Climate Risk Overview brengt de risico’s van kustgebieden in kaart (beeld: Van Oord). Tekst gaat verder onder de afbeelding.
– Nederland is een prototype adaptatieland. Aanpassing aan het klimaat is hier zo vanzelfsprekend dat er in verkiezingsdebatten geen woord aan wordt vuil gemaakt.
“Inderdaad. Nederland heeft zich perfect aangepast en is klaar voor de klimaatveranderingen. We zijn er ons zeer van bewust dat er extreme weersomstandigheden voorkomen en dat de zeespiegel stijgt. Daar wordt in de bescherming rekening mee gehouden. Over het onderhouden van onze (natte) infrastructuur is iedereen het eens, er is geen discussie over. In andere landen – in Afrika, Bangladesh en andere grote delen van Azië – zijn er een heleboel plekken die niet beschermd zijn. Waarschijnlijk hebben die landen meer baat bij een bescherming tegen hoogwater, dan dat ze gebaat zijn bij minder CO2-uitstoot. Wat heb je immers aan minder uitstoot, als je bevolking kans loopt om te verdrinken of haar bezittingen kwijt te raken?”
– Van Oord was enkele jaren geleden, naast Deltares, Boskalis en ingenieursbureaus, betrokken bij een waterbouwkundig plan om Jakarta te redden van overstroming. Het project vond plaats op verzoek van de Indonesische overheid en met financiële steun van Nederland. Waarom stierf dat plan een stille dood?
“Jakarta Bay is een perfect voorbeeld van wat er op het spel staat. Aan de ene kant zie je dat de zeespiegel stijgt. Aan de andere kant ontstaat er door de ontbossing een grotere afvoer van de rivieren. Normaal wordt de regenval gedempt door de bossen en oerwouden, maar als je die weghaalt zijn de uitslagen van de rivierafvoer veel groter. Verder daalt de bodem met 7,5 cm per jaar door inklinking, doordat de bewoners van Jakarta zoet water uit de diepere ondergrond halen. In sommige delen van de stad wordt het achterliggende land alleen beschermd door een betonnen muur die elk jaar verder verhoogd moet worden. We hadden een heel plan bedacht (National Capital Integrated Coastal Development, LK) dat officieel door premier Rutte werd gepresenteerd aan president Widodo. Er werd zelfs een hele summit over gehouden. Maar het komt helaas niet van de grond, omdat de stakeholders onvoldoende zijn meegenomen. Je legt een plan op tafel met de beste bedoelingen. Maar bij de lokale bevolking overheerst soms het beeld van Westerse bedrijven die hun zakken komen vullen. De vraag is: hoe ga je die mensen duidelijk maken dat de situatie urgent is? Wij vrezen dat er eerst een watersnoodramp moet gebeuren in Jakarta voordat er concrete actie wordt ondernomen en ons plan wordt overwogen. Dat is jammer.”
‘Waarschijnlijk hebben veel landen meer baat bij hoogwaterbescherming dan bij een lagere CO2-uitstoot’
“Wij hebben het in Nederland overigens niet anders gedaan. We hebben de Afsluitdijk en de Deltawerken pas gebouwd nadat er duizenden mensen verdronken waren. De afgelopen jaren zag je dat ook in de VS. In New York werd pas een actieplan aangenomen nadat superstorm Sandy verwoestingen aanrichtte.”
– Het is nog niet eenvoudig om de sense of urgency te vergroten. Hoe draagt de Climate Risk Overview hier aan bij?
“Eigenlijk zouden we lokale overheden en stakeholders willen laten zien dat ze een groot gevaar lopen. Dat is nog hartstikke lastig. In de Climate Risk Overview kunnen ze zien waar de risico’s het grootste zijn. Bijvoorbeeld als een gebied laag ligt, een groot deel van de bevolking is blootgesteld aan een overstromingsrisico en er mogelijk al sprake is van kusterosie. De tool bevat een aantal verschillende datalagen, die laten zien op welke plekken in de wereld de risico’s samenkomen. Waar wonen veel mensen aan de kust, waar gaat het land naar beneden, waar heb je een zeespiegel die meer stijgt dan gemiddeld? We willen deze exercitie ook met overheidsinstanties en ingenieursbureaus gaan doen. Door in te zoomen op een hotspot kun je vaststellen dat het betreffende gebied heel erg kwetsbaar is. De vraag is of men zich dat realiseert. De tool zou kunnen helpen om dit inzichtelijk te maken voor de mensen en stakeholders in zo’n gebied. Zodat zij begrijpen dat ze risico lopen en dat er iets moet gebeuren.”
– Bewustwording is een eerste stap. Hoe raak je in contact met geldschieters van eventuele projecten?
“Geld is altijd een limiterende factor, daarom moet je proberen het beschikbare budget daar in te zetten waar het effect het grootste is. Daarvoor moet je weten wat de meest kwetsbare plek is als je geld kan investeren. Onze tool helpt om die juiste plek te vinden. Natuurlijk is het vinden van financiers een hele opgave wanneer je een abstract probleem als klimaatadaptatie wil aanpakken. Als je in Dubai een stuk nieuw land kan maken voor 100 miljoen en je kan dat land verkopen voor 150 miljoen, dan heb je een sluitende business case. Je moet een flink bedrag investeren, maar je krijgt er meer voor terug. Bij het bouwen van een dijk of een ander adaptatieproject is de vraag hoe je de investering terugverdient. Het is erg lastig een business case te maken voor hoogwaterbescherming.”
– De Wereldbank of regionale ontwikkelingsbanken zouden het voortouw kunnen nemen. Een mooi voorbeeld is het project dat Van Oord uitvoerde in de kustplaats Saly in Senegal.
“We bouwden daar breakwaters en legden nieuwe stranden aan, waarmee we de kust beschermen. Aan de ene kant bescherm je de mensen, aan de andere kant creëer je ook economische waarde. Doordat het gebied beschermd is en er weer zandstranden zijn, kan het toerisme langs de kust weer gedijen. In sommige gevallen heb je dus wel een sluitende business case, bijvoorbeeld als je de investeringen kan verbinden aan toekomstige inkomsten uit toerisme. Hetzelfde zie je in een land als de Malediven, dat voor een belangrijk deel drijft op toerisme. De aanwezigheid van fraaie en veilige stranden is daar een voorwaarde voor het aantrekken van toeristen.”
In de Senegalese kustplaats Saly bouwde Van Oord breakwaters en nieuwe stranden. Behalve voor kustbescherming zorgde het project ook voor economische waarde (foto: Van Oord). Tekst gaat verder onder de foto.
– Uit de CAS 21 conferentie komen ook initiatieven naar voren. Nederland gaat met een groep andere landen onder meer Ghana, Bangladesh en andere kwetsbare landen helpen bij het beschermen van hun kusten.
“Een goed punt. De meer ontwikkelde landen realiseren zich wat er op het spel staat en steken ook geld in de bescherming van hun eigen mensen en infrastructuur. Landen als Ghana en Bangladesh hebben daar geen geld voor. Hongersnood, ziekte en oorlog staan hoger op hun prioriteitenlijst. Soms zien ze het gevaar niet van een overstroming. Maar als er een overstroming plaatsvindt, kan die dodelijker zijn dan ziekte of oorlog .”
– Klimaatadaptatie kampt met een imagoprobleem. Je hoeft niet voor beton en hoge dijken te kiezen, er zijn steeds meer ‘nature based solutions’.
“In Nederland zijn er inmiddels veel voorbeelden van ‘bouwen met de natuur’, maar je kan ook denken aan het planten van mangrovebossen. Op dit moment doen we een aantal proefprojecten op Java (Indonesië). Op brede stukken kust zijn we met het samenwerkingsverband Ecoshape mangroves aan het planten, om te kijken wat voor effect dat heeft op de stabiliteit van de kust. Natuurlijk zijn er voorwaarden. Je kan deze oplossing niet op elke plek toepassen, maar waar het kan moet je er zeker naar kijken. Een mangrovebos van één km breed kan zelfs een tsunami ondervangen. Het bos breekt de energie van de golven en het water. Voor dit soort proefprojecten stellen we zelf als bedrijven geld beschikbaar. En misschien legt de overheid ook wat bij. Maar als het groter wordt, kunnen we dat niet meer uit eigen zak betalen. Wanneer er een groot project uit voortkomt voor kilometers kust in Indonesië, zal er toch ergens funding vandaan moeten komen.”
– Een van de actieplannen die zijn gepresenteerd tijdens CAS 2021 is de Project Preparation Facility. Een hulpmiddel om projecten toegang te geven tot grootschalige infrastructuurfinanciering en de kapitaalmarkten.
“Het is niet vanzelfsprekend dat er financiering beschikbaar komt. Stel, er is een kans op overstroming in een gebied. Daar kunnen wij perfect een ontwerp voor maken. Indien gewenst kunnen we het ook zo groen mogelijk maken, in de richting van een natuurlijke oplossing. We kunnen het ontwerp bouwen en eventueel onderhouden. Ook bij het vinden van financiering kunnen we een rol spelen. Voor de benodigde vergunningen ben je bijna altijd afhankelijk van de overheid. Ook de financiering zelf moet vanuit de overheid komen, met steun van Wereldbank, EIB of ADB. Er is denk ik voldoende geld beschikbaar om te kunnen starten met het uitvoeren van de actieplannen. Daarnaast zijn er ook andere bronnen van funding denkbaar. Net zoals er mensen zijn die bereid zijn geld te geven voor het verbeteren van leefomstandigheden in Afrika, zijn er mensen die geld willen geven om de bevolking te beschermen tegen hoogwater. Maar hoe koppel je dat aan elkaar? Als BV Nederland, maar ook als individuele waterbouwers, kunnen we daar een rol in spelen. Het lastigste deel van het traject is het beschikbare geld te koppelen aan een concreet project. Pas dan durf ik te spreken van succes.”
'Pas als we het beschikbare geld kunnen koppelen aan een concreet project, durf ik te spreken van succes'
“We hopen het gesprek aan te gaan met lokale stakeholders en ingenieursbureaus. Dan kunnen we kijken welke rol we daarin kunnen spelen. Als een project door een Wereldbank wordt gefinancierd komt er een openbare tender en is iedereen vrij om daarvoor in te schrijven. Het is natuurlijk niet reëel dat Van Oord alle projecten die via de Climate Risk Overview naar boven komen, zelf ook realiseert. Voor ons – en voor de BV Nederland – is het belangrijk dat hiervoor een markt ontstaat. Als er meer infrastructuur in de wereld komt, dan moet je zorgen dat je daar als Van Oord je ‘fair share’ van kan pakken. Maar hetzelfde geldt natuurlijk voor de andere grote baggeraars.”
– Duurzaamheid staat hoog in het vaandel bij Van Oord. Het is geen toeval dat er nu ook een ‘groene’ kabellegger in aantocht is.
“We hebben drie nieuwe hoppers besteld die op LNG gaan varen. In Nederland hebben we een kraanschip (‘Werkendam’, LK) dat ook op LNG draait én later dit jaar nemen we een aantal groene waterinjectievaartuigen in gebruik. Bij elk nieuw schip dat we laten bouwen, kijken we hoe we kunnen bijdragen aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Bij gebruik van LNG kun je makkelijker overschakelen naar de brandstoffen van de toekomst, de e-fuels. Deze met elektriciteit opgewekte brandstoffen, zoals e-methanol en e-ammoniak, zijn op een zelfde manier te gebruiken als LNG. Als klanten vragen om een zero carbon footprint, dan kan dat maar dit brengt wel hogere kosten met zich mee. Buiten Nederland gebeurt dit nog nauwelijks. Als je echt de CO2-reductie wil doorzetten, dan moet dat vanuit klanten of de overheid gestimuleerd worden. We hebben zelf een ambitie vastgesteld voor een net-zero uitstoot in 2050 als stip op de horizon, maar de extra kosten van de vergroening van onze vloot moeten op één of andere manier wel beloond worden. Anders heb je op de langere termijn geen sustainable verdienmodel.”
2020 – heden Director Dredging Van Oord
2013 – 2020 Lid Executive Board Van Oord
2007 – 2012 Area Director Van Oord
2001 – 2007 Director Dravo S.A. (joint venture Dragados en Van Oord)
1988 – 2001 Diverse functies in o.m. Zuid-Amerika, Zuidoost Azië en VK
Opleiding Civil Engineering, TU Delft (1988)