Visserij in de tang van offshore wind en zandwinning | Maritiem Nederland
Achtergrond
Grote delen van de Noordzee worden onbevisbaar en vissers moeten steeds vaker omvaren (foto: Flying Focus)

Overheid meet volgens brancheorganisaties met twee maten


Visserij in de tang van offshore wind en zandwinning

Michel Verschoor | donderdag 21 december 2017
Offshore, Visserij

Onder Noordzeevissers heerst onrust over het ruimtebeslag op zee. Op hun beste visgronden verrijzen windparken waar niet gevist mag worden. Zeereservaat Doggersbank sluit voor de visserij, maar krijgt wel een batterijeiland, en mogelijk windmolens. Ook is er volop onbegrip over grootschalige zandwinning in Vibeg-gebieden, waar visserij juist geweerd wordt. Vissers zijn het meten met twee maten zat. Koepelorganisaties eisen inclusiviteit.

De bouw van windmolens voor de Noordzeekust mag definitief doorgaan. Dit was misschien wel het belangrijkste zeenieuws op 6 december. Het beroep van onder meer de Coöperatie Kottervisserij Nederland werd door de Raad van State van tafel geveegd. Noordzeevissers voerden aan dat het windpark van 126 windmolens – net als bij eerder gerealiseerde windparken – opnieuw een deel van hun beste visgronden afsnoept. Volgens het ministerie is het verlies minimaal. Visser Ben Scholten reageerde direct via Twitter: “Bedroevende uitkomst voor de visserij. Wederom verlies van visrijke gebieden. Vissers werken hier keihard om duurzaam voedsel te produceren!”

Ruimtebeslag op zee

De visserij, met 281 grote en kleine kotters en een bescheiden 0,4 procent van het Bruto Nationaal Product, krijgt nauwelijks een voet aan de grond in de discussie over ruimtebeslag op zee. Terwijl de groei doorzet.

De Rijksoverheid wil dat in 2020 14 procent van alle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen komt. In 2023 moet dit 16 procent zijn. In 2015 werd 357 megawatt (MW) opgewekt door windmolens in zee. In 2023 staat er voor de kust voor minimaal 4.450 MW vermogen aan windmolens. Die voorzien dan jaarlijks een geschatte vijf miljoen huishoudens van elektriciteit. Er zijn nu vier actieve windparken op zee met in totaal 289 windmolens, nog tamelijk bescheiden, maar in de media worden voortdurend nieuwe plannen gelanceerd voor nog meer windparken.

‘Windmolens op zee zijn nutteloos en ze staan op de beste visgronden. Weg visgebied’

Noordzeevissers raken er geëmotioneerd door. Job Schot, voorzitter van de Nederlands-Belgische vissersactiegroep EMK, filmde afgelopen zomer aan boord van zijn Z-201 een horizon vol stilstaande windmolens in het Amalia Windpark. “Stop deze idioterie”, zegt Schot in het filmpje dat 34.000 keer werd gezien. In de begeleidende tekst schrijft hij: “Zie hier de nutteloosheid van windmolens op zee. Rendement nul procent. Ze staan op de beste visgronden van de visserman. Weg visgebied. Ze werken als stoorzenders voor al wat zwemt en beweegt in zee: vissen, walvissen, bruinvissen en dolfijnen raken gedesoriënteerd en spoelen aan op de kust.”

Heien van stalen buizen

Wie denkt dat die verklaring uit de lucht is gegrepen, heeft het mis. Het was in 2006 notabene TNO-medewerker Wim Verboom die de aanleg van windmolenparken in VARA’s Vroege Vogels onder vuur nam. Het heien van de stalen buizen van de windmolens in de zeebodem was het kernprobleem, volgens Verboom. Dat heien zou onder water een geluidsniveau van 262 decibel bereiken. Ruim 1.500 klappen waren er toen nog nodig. Verboom: “Vissen die in de onmiddellijke omgeving zwemmen, zijn direct dood.” Recente onderzoeken nuanceren mogelijke onderwaterschade, maar dat ook de bouw en exploitatie van windparken op zee invloed heeft op het zeeleven is evident.

Ondanks dat overheden de offshore industrie tot milieuvriendelijke innovatie aanspoorde – en ondanks dat er regelgeving kwam voor een heistop tijdens trekperioden van bruinvissen – steekt het vissers nog altijd. Waar onderzoeksinstellingen bij recente strandingen van walvisachtigen tal van mogelijke overige oorzaken aanwijzen, zoals bij de recente potvisstranding bij Domburg, wijst het vissersinstinct nog altijd dezelfde schuldige aan: windparken op zee en hun geluidsoverlast en navigatieruis. Het steekt vissers dat zij er alles aan (moeten) doen om duurzamer te vissen, en uit visgebieden worden geweerd, terwijl voor andere offshore sectoren blijkbaar andere regels gelden.

Zeereservaten

De pijn ziet natuurlijk dieper. Niet alleen verlies van visgrond dicht bij huis is aan de orde; ook verder weg raken Nederlandse vissers mogelijk visgronden kwijt als gevolg van Brexit. De komst van zeereservaten op onder meer de Doggersbank, zal het aantal visgronden verder inperken. “Vissers mogen straks die gebieden niet meer in, terwijl energieproducenten er wel een batterij-eiland voor de Doggersbank op de tekentafel hebben liggen”, zegt Schot. “Snapt u het nog?”

Vergelijkbaar onbegrip kwam recent naar boven toen garnalenvissers zandzuigers in Unesco WereldErfgoed De Waddenzee zagen liggen. In een zeegebied dat op dat moment uit natuurbeschermingsoverwegingen was afgesloten voor de garnalenvisserij. Garnalenvisser Michiel Broere twittert op 25 oktober: “Kan iemand uitleggen waarom garnalenvissers uit #vibeg moeten blijven, terwijl zes grote zandzuigers 24/7 los gaan?” Zijn bericht zorgde online voor de nodige discussie.

All inclusive oplossing

Van een vissersstrijd tegen windmolens, verzet Pim Visser van Visserijorganisatie VisNed de bakens liever richting een All Inclusive-oplossing, is te lezen in de Nieuwsbrief van 1 december. Het gaat de organisatie om “een gelijkwaardige plek voor de visserij. Visser vindt dat overkoepelend beleid nodig is waarin de vele belangen worden meegenomen, nu allerlei Noordzeeprojecten en visies en wensen over elkaar heen buitelen. “We moeten niet langer kijken naar het inpassen van Wind op Zee in het bestaande gebruik, we moeten het gehele gebruik van de Noordzee opnieuw inrichten.”

‘Windparken moeten op plekken komen waar de visserij het minst hinder ondervindt’

Eind november kreeg een initiatief om Noordzeebeleid te realiseren een vervolg op het kantoor van VNO-NCW. Met diverse ministeries, bestuurders van de windsector, havenbedrijven, waterbouwers, TenneT, Natuurbeschermers en de Visserij werd eraan verder gewerkt. Wens van de vissers: windparken moeten op plekken komen waar de visserij het minst hinder ondervindt en zo zijn ontworpen dat doorvaart en medegebruik mogelijk is. VisNed houdt daarbij de deur open naar andere kansen en initiatieven. Niet alleen voor zeewierbouw ­– waar het NIOZ mee experimenteert – maar ook voor viskweek, schelpdierkweek en kreeftenvisserij. Eerder deden Nederlandse VVD-fracties in visserijgemeenten daar al een schepje bovenop: “Sta visserij in offshore windparken toe,” luidde de actieleuze.

Ecologisch onderzoek

Begin december mengde ook Wageningen Marine Research zich in de discussie over ruimtelijke ontwikkeling op zee, door te wijzen op Windenergie Op Zee Ecologisch programma (Wozep). Het gaat hierbij om een vijfjarig onderzoeksprogramma dat is opgestart om de kennisleemtes rond de ecologische effecten van windenergie op zee te onderzoeken. Of dit de Noordzeevissers geruststelt is de vraag. Die zien door het in beton gegoten Energieakkoord – met bijbehorende miljardenfinanciering – het ruimtebeslag op zee er niet plots door afnemen.

Partners Maritiem Nederland